Onlangs leende ik van mijn broer de fotoboeken van onze overleden ouders. Daar zag ik deze lang vergeten foto uit Exmouth, Devon, Engeland, juli 1969. Van links naar rechts mijn vader Jan, mijn jongere broer Peer, ik op de voorgrond, achter mij mijn oudere broer Hans en links mijn Engelse nichtje Julia. Mijn tante Miep was na de oorlog als au pair gaan werken in Engeland, waar ze bij het oversteken werd aangereden door een scooter. De linksrijder heette Don en had een snorretje als Errol Flynn. Ze trouwden, waardoor mijn broers en ik drie Engelse nichten kregen in bijna dezelfde leeftijd als wij. Elke zomer en elke kerst waren zij bij ons of wij bij hen. Liever bij hen, want in Exmouth konden we zelf naar zee en de rode rotsen lopen.
In 1969 was ik al fan van ‘de wonderbaarlijke Spinneman’ zoals de strip in Nederland heette. Een superheld met liefdes- en geldproblemen, daarmee vergeleken was Superman een stripfiguur. De Nederlandse HIP Comics strips waren in zwart-wit, in Engeland hadden ze de Amerikaanse MARVEL Comics en die waren in kleur. Ook stond de binnenzijde van elke cover vol met postorderartikelen die me als elfjarige fascineerden: door-kleren-heenkijk-brillen, suikerklontjes waarin wormen zaten verstopt, een Hercules polsband die je armkracht verdubbelde. Die vakantie in Engeland kocht ik twee exemplaren van ‘the Amazing Spider-Man’. En het leuke is, ik heb ze nog steeds! Zes jaar geleden fotografeerde ik twee pagina’s en liet ze uitprinten op linnen. En nu ontdek ik op deze foto hoe ik toen al probeerde deze stripblaadjes onsterfelijk te maken. Dat me dat ook zonder foto zou lukken, vind ik best ‘amazing’.