Door corona ben ik wat vaker op het milieupark dat zich Twitter noemt. Tering! Was ik bij het schrijven van mijn vorige blog nog diep geraakt door de woorden van Willem Alexander en Arnon Grunberg, inmiddels ben ik nog dieper geraakt door de haatdragende reacties. Dat ze qua aantallen in het niet vallen bij de vele lovende reacties, maakt niet uit. Hoe kan een mens iets negatiefs vinden van woorden die ons waarschuwen voor onmenselijkheid? Het antwoord is even oud als bekend: angst. Angst om kwijt te raken wat je hebt. Je overvloed aan rijkdom of simpelweg je baan. Je boreale cultuur of de geur van spruitjes in je trappenhuis. Je superioriteitsgevoel of je kans op de datingmarkt. Zodra we ons maar verbeelden dat anderen ons iets willen afnemen, worden we bang. Te bang om na te denken, moeten er dan snel heksen worden verbrand om het dreigende onheil af te wenden.
Ik vroeg me af wat het tegenovergestelde is van angst. Dankbaarheid? Vroeger wees mijn Succesagenda me op de Dankdag voor het Gewas. Nooit opgezocht wat dat was, maar als variant daarop houd ik vandaag mijn eigen dankdag. Ik bedank de zon die elke dag weer opgaat, mijn huis dat er steeds weer staat als ik ben weggeweest, het T-shirt dat zo lekker zit, mijn wc die me nooit iets kwalijk neemt, en ga maar door. Probeer het ook en ontdek hoe lang die lijst is. Je wordt zo blij dat er geen ruimte meer overblijft voor angst.