Ik las vandaag in de Volkskrant een hartverwarmend stuk van de altijd dito Vincent Bijlo. Hij besloot haatmails eens te gaan beantwoorden. Daar hadden de schrijvers niet op gerekend. Ik moest denken aan een voorval van 15 jaar geleden. Ik vermeld de jaren in de hoop dat ik nu anders ben. Ik werd onderweg in de auto gesneden door een andere auto. Bij het volgende stoplicht stonden we naast elkaar. ‘Uit je doppen kijken, dikke!’ gebaarde ik naar de dikke automobilist naast me. Hoe ik dat deed? Lastig te beschrijven, ik heb geen schrijf- maar wel een theateropleiding, dus neem maar aan dat mijn boodschap overkwam. Dat bleek ook. De man stapte uit. Hij was naast dik ook groot. Ik had door rood weg kunnen rijden maar mijn trots verhinderde dat. Ik stapte ook uit. Met een autogordel om was ik helemaal kansloos. De man ging voor me staan en zei zonder veel emotie: “Meneer, ik weet dat ik dik ben. Ik had u daarnet niet gezien.” Ik ging door de grond. “Sorry, ik ben een eikel”, zuchtte ik en stak aarzelend mijn hand uit. Hij schudde mijn hand, knikte en stapte weer in. Een pak rammel zou ik inmiddels wel vergeten zijn, dit niet.